Dutch Meaning of virginal
maagdelijk
Other Dutch words related to maagdelijk
- vers
- munt
- onberispelijk
- maagd
- gloednieuw
- Onberispelijk
- ongerept
- onbevlekt
- onaangeroerd
- nieuw
- Schoon en netjes
- Spiksplinternieuw.
- onveranderd
- niet-verontreinigd
- Onbeschadigd
- onbesmet
- ongedeerd
- ongedeerd
- ongeschonden
- ongedeerd
- ongeschonden
- Ongepollueerd
- onbevlekt
- Onbesmet
- splinternieuw
- Ongeblauwdflekte
- ongedragen
Nearest Words of virginal
- virgin wool => Maagdelijke wol
- virgin mary => Maagd Maria
- virgin islands national park => Nationaal park Maagdeneilanden
- virgin forest => Maagdelijk bos
- virgin birth => Maagdelijke geboorte
- virgin => maagd
- virgilian => virgiliaans
- virgilia oroboides => Virgilia oroboides
- virgilia divaricata => Uitspreidende boomklaver
- virgilia capensis => Kaapse goudenregen
- virginal membrane => maagdenvlies
- virginia => Virginia
- virginia beach => Virginia Beach
- virginia bluebell => Virginiaanse hyacint
- virginia chain fern => Virginiaanse kettingvaren
- virginia cowslip => Maagdenpalm
- virginia creeper => Wilde wingerd
- virginia crownbeard => Virgina kroonbaard
- virginia deer => Witstaarthert
- virginia fence => Houten schutting uit Virginia
Definitions and Meaning of virginal in English
virginal (n)
a legless rectangular harpsichord; played (usually by women) in the 16th and 17th centuries
virginal (a)
characteristic of a virgin or virginity
virginal (s)
untouched or undefiled
in a state of sexual virginity
virginal (a.)
Of or pertaining to a virgin; becoming a virgin; maidenly.
virginal (n.)
An instrument somewhat resembling the spinet, but having a rectangular form, like the small piano. It had strings and keys, but only one wire to a note. The instrument was used in the sixteenth century, but is now wholly obsolete. It was sometimes called a pair of virginals.
virginal (v. i.)
To play with the fingers, as if on a virginal; to tap or pat.
FAQs About the word virginal
maagdelijk
a legless rectangular harpsichord; played (usually by women) in the 16th and 17th centuries, characteristic of a virgin or virginity, untouched or undefiled, in
vers,munt,onberispelijk,maagd,gloednieuw,Onberispelijk,ongerept,onbevlekt,onaangeroerd,nieuw
bevlekt,gebroken,Blauwe plek,Verontreinigd,beschadigd,mismaakt,vervaagd,pijn,aangetast,gewond
virgin wool => Maagdelijke wol, virgin mary => Maagd Maria, virgin islands national park => Nationaal park Maagdeneilanden, virgin forest => Maagdelijk bos, virgin birth => Maagdelijke geboorte,