Dutch Meaning of unclosing
niet sluitend
Other Dutch words related to niet sluitend
Nearest Words of unclosing
Definitions and Meaning of unclosing in English
unclosing
disclose, reveal, open entry 2 sense 1a, to become opened, open
FAQs About the word unclosing
niet sluitend
disclose, reveal, open entry 2 sense 1a, to become opened, open
opening,losmaken,(ont)grendelen,loskoppelen,wegglijden,ontgrendeling,losbouten,losknopen,Ontspanning,losmaken
sluiting,vergrendeling,sluiten,behalve,bout,vastgrijpend,bevestiging,vergrendeling
unclogging => ontstopping, uncloaks => ontmantelt, uncloaking => uit de schaduw treden, uncloaked => ontmaskerd, uncliched => ongewoon,
