Dutch Meaning of unavailingness
nutteloosheid
Other Dutch words related to nutteloosheid
- abortus
- onvruchtbaarheid
- tekort
- leegte
- onvruchtbaarheid
- ontoereikendheid
- ontoereikendheid
- ineffectiviteit
- ineffectiviteit
- ineffectiviteit
- ineffectiviteit
- ineffectiviteit
- onrendabiliteit
- Onrendabiliteit
- ijdelheid
- zinloosheid
- luiheid
- futiliteit
- hopeloosheid
- onvoldoende
- zinloosheid
- Nutteloosheid
- ijdelheid
- instorting
- botsing
- bijsnijder
- nederlaag
- Teleurstelling
- mislukking
- teleurstelling
- Niet-presteren
- zinloosheid
- tegenslag
- Nutteloosheid
- mislukking
Nearest Words of unavailingness
- unattainability => Onbereikbaarheid
- unathletic => onsportief
- unassociated => Niet-geassocieerd
- unassembled => ongemonteerd
- unarrogant => niet arrogant
- unappreciation => gebrek aan waardering
- unappeased => onbevredigd
- unanticipatedly => onverwacht
- unanimities => Eenparigheid
- unanchored => Niet verankerd
Definitions and Meaning of unavailingness in English
unavailingness
not availing, of no use
FAQs About the word unavailingness
nutteloosheid
not availing, of no use
abortus,onvruchtbaarheid,tekort,leegte,onvruchtbaarheid,ontoereikendheid,ontoereikendheid,ineffectiviteit,ineffectiviteit,ineffectiviteit
voordeel,assistentie,voordeel,service,gebruik,bruikbaarheid,nut,account,prestatie,hulp
unattainability => Onbereikbaarheid, unathletic => onsportief, unassociated => Niet-geassocieerd, unassembled => ongemonteerd, unarrogant => niet arrogant,