Dutch Meaning of ubiquitousness
alomtegenwoordigheid
Other Dutch words related to alomtegenwoordigheid
- algemeen
- alledaags
- bekend
- frequent
- Huishouden
- gewoon
- normaal
- Gewoon of tuin
- elke dag
- gangbaar
- algemeen
- normaal
- populair
- heersende
- gangbaar
- dagelijks
- routine
- standaard
- een dubbeltje in een dozijn
- onophoudelijk
- constante
- doorlopend
- continu
- endemisch
- onophoudelijk
- Verplicht
- Verplicht
- vaste plant
- welig tierend
- terugkerende
- regelmatig
- Herhaald
- onophoudelijk
- universeel
Nearest Words of ubiquitousness
Definitions and Meaning of ubiquitousness in English
ubiquitousness (n)
the state of being everywhere at once (or seeming to be everywhere at once)
FAQs About the word ubiquitousness
alomtegenwoordigheid
the state of being everywhere at once (or seeming to be everywhere at once)
algemeen,alledaags,bekend,frequent,Huishouden,gewoon,normaal,Gewoon of tuin,elke dag,gangbaar
buitengewoon,zeldzaam,zeldzaam,zelden,ongebruikelijk,onbekend,ongewoon,abnormaal,onregelmatig,incidenteel
ubiquitous => alomtegenwoordig, ubiquitist => omnipresent, ubiquitary => alomtegenwoordig, ubiquitariness => Alomtegenwoordigheid, ubiquitaries => alomtegenwoordig,