Dutch Meaning of trisecting
trisectie
Other Dutch words related to trisectie
- halverende
- splijting
- Dichotoom
- loskoppelen
- ontleden
- delende
- halveren
- partitionering
- inkwartiering
- vertakken
- oplossen
- scheidend
- splitsing
- vertakken
- Fractioneren
- segmentatie
- onderverdeling
- ontbindend
- dissociëren
- uiteenvallend
- splitsing
- ontwrichten
- uiteenrafelend
- dissociërend
- oplossende
- verdeeldheid zaaiende
- scheidende
- breuk
- isolerend
- afscheid
- trekken
- scheur
- scheiding
- Tranen
- afbreken
- breken
- Ontkoppeling
- demontage
- Fractionering
- fragmenterend
- Splitsing
- ontkoppelen
- loskoppeling
- aftuigen
- breken
- afsnijden
- losmaken
- loskoppelen
- ontwarren
- isolerend
- rifting
- scheuren
- klieven
- breuk
- afzonderend
- segregerend
- afzondering
- losbinden
- fragmenterend
- Fragmentatie
- ontrafelen
- losknopen
Nearest Words of trisecting
Definitions and Meaning of trisecting in English
trisecting (p. pr. & vb. n.)
of Trisect
FAQs About the word trisecting
trisectie
of Trisect
halverende,splijting,Dichotoom,loskoppelen,ontleden,delende,halveren,partitionering,inkwartiering,vertakken
assemblage,mengen,combineren,koppeling,mengen,verbindend,accumulerend,Koppelend,bevestigend,bindend
trisected => trisected, trisect => trisecteren, trisagion => Trishagion, trisacramentarian => trisacramentalist, trisaccharide => Trisacharide,