Dutch Meaning of temps
tijd
Other Dutch words related to tijd
- collega's
- collega's
- arbeiders
- tijdelijke krachten
- werknemer
- Loonslaven
- assistenten
- partners
- collega's
- werknemers
- Medewerkers
- lakeien
- Spoorwegarbeiders
- Maden
- werklieden
- negen-tot-vijf-gezinnen
- Ondergeschikten
- arbeiders
- ondergeschikten
- loontrekkers
- arbeiders
- workingwomen
- werklieden
- arbeidster
- tandwielen
- sloebers
- knecht
- hacks
- handen
- huurlingen
- Functiehouders
- Navvies
- retainers
- werknemers
- ja-knikkers
Nearest Words of temps
- tempra => Tempera
- temporomaxillary => temporomandibulair
- temporomandibular joint => Kaakgewricht
- temporomalar => Temporomandibulair
- temporofacial => Temporofaciaal
- temporo-auricular => temporo-auriculair
- temporo- => temporo-
- temporizingly => tijdelijk
- temporizing => tijdelijk
- temporizer => Tijdrekker
Definitions and Meaning of temps in English
temps (n.)
Time.
FAQs About the word temps
tijd
Time.
collega's,collega's,arbeiders,tijdelijke krachten,werknemer,Loonslaven,assistenten,partners,collega's,werknemers
werkgevers,bazen,Technici,superieuren,supervisors
tempra => Tempera, temporomaxillary => temporomandibulair, temporomandibular joint => Kaakgewricht, temporomalar => Temporomandibulair, temporofacial => Temporofaciaal,
