Dutch Meaning of teen
tiener
Other Dutch words related to tiener
- Adolescent
- kuiken
- kind
- jeugdig
- Kind
- kind
- prepuber
- Tieners
- Tweenager
- jongere
- tiener
- tiener
- kind
- baby
- knop
- kerel
- welp
- zuigeling
- kind
- Kleuter
- Kleuter
- minderjarige
- pop
- pasgeborene
- pasgeborene
- kleuter
- schooljongen
- Schoolkind
- Schoolmeisje
- sprot
- spruiten
- spuit
- kind
- Peuter
- peuter
- puppy
- jongeling
- Jeugd
- kind
- Prepuber
- schat
- schoolkind
- Tween
- schatje
- baby
- bantling
- Cherub
- boerenpummel
- boefje
- kwajongen
- Jongen
- kattenkwaad
- aap
- Jonge vogel
- tang
- Deugniet
- schurk
- Scheerapparaat
- Jongeling
- tomboy
- dreumes
- schurk
- speenbig
- Kwajongen
- bobby-soxer
Nearest Words of teen
Definitions and Meaning of teen in English
teen (n)
a juvenile between the onset of puberty and maturity
teen (s)
being of the age 13 through 19
teen (n.)
Grief; sorrow; affiction; pain.
To excite; to provoke; to vex; to affict; to injure.
teen (v. t.)
To hedge or fence in; to inclose.
FAQs About the word teen
tiener
a juvenile between the onset of puberty and maturity, being of the age 13 through 19Grief; sorrow; affiction; pain., To excite; to provoke; to vex; to affict; t
Adolescent,kuiken,kind,jeugdig,Kind,kind,prepuber,Tieners,Tweenager,jongere
volwassene,oud,ouder,oude man,veteraan,senior,Senior burger,iemand van middelbare leeftijd,senior,volwassene
teemless => zwermloos, teemingness => wemeling, teeming => wemelend, teemful => vol, teemer => polsstokhoogspringer,