Dutch Meaning of sure-handedness
handigheid
Other Dutch words related to handigheid
Nearest Words of sure-handedness
Definitions and Meaning of sure-handedness in English
sure-handedness
proficient and confident in performance especially using the hands
FAQs About the word sure-handedness
handigheid
proficient and confident in performance especially using the hands
coördinatie,flexibiliteit,bevalligheid,handigheid,soepelheid,lenigheid,losse gewrichten,Soepelheid,finesse,vaardigheid
ongemakkelijkheid,onhandigheid,Invaliditeit,onhandigheid ,Houterigheid,Houterigheid,Houterigheid,lompheid,stoornis,onvermogen
sure-footedness => vast op je voeten, surefire => zeker, surcharging => toeslag, surcharges => toeslagen, surcharged => overbelast,
