Dutch Meaning of speak (about)
spreken (over)
Other Dutch words related to spreken (over)
- (praten (over))
- bespreken
- ruziemaken
- Vleermuis (rond of heen en weer)
- canvas
- canvas
- debat
- geschil
- Hash (over of uit)
- recensie
- roeren
- uitpraten
- worstelen (met)
- opwinden
- Bandy
- broche, aanzetten, aanroeren
- overwegen
- opzettelijk
- smeden
- uitwerken
- introduceren
- discutabel
- voorstellen
- verhogen
- Thrash (naar buiten)
- wegen
Nearest Words of speak (about)
- speak (for) => spreken (voor)
- speak (to or with) => spreken (tot of met)
- speak one's mind => zijn/haar mening zeggen
- speakers => luidsprekers
- speaking (about) => sprekend (over)
- speaking (of) => sprekende (over)
- speaking out => Spreken
- speaking up => spreken
- speaks (about) => spreekt (over)
- spear-carrier => lansdrager
Definitions and Meaning of speak (about) in English
speak (about)
No definition found for this word.
FAQs About the word speak (about)
spreken (over)
(praten (over)),bespreken,ruziemaken,Vleermuis (rond of heen en weer),canvas,canvas,debat,geschil,Hash (over of uit),recensie
No antonyms found.
spawns => paaien, spawning => paaien, spawned => voortgebrachte, spatting => spuwen, spatters => spatten,