Dutch Meaning of slackness
slapheid
Other Dutch words related to slapheid
- nalatigheid
- nalatigheid
- nalatigheid
- onachtzaamheid
- roekeloosheid
- laksheid
- weglating
- roekeloosheid
- kwijtschelding
- criminaliteit
- verwaarlozing
- roekeloosheid
- vergeetachtigheid
- onoplettendheid
- onbedoeld
- onoplettendheid
- onoplettendheid
- onachtzaamheid
- onvoorzichtigheid
- onverantwoordelijkheid
- ambtsmisdrijf
- Medische fout
- wangedrag
- misleiding
- verkeerd omgaan met
- wanbeheer
- Roekeloosheid
- Bijziendheid
- wildheid
Nearest Words of slackness
Definitions and Meaning of slackness in English
slackness (n)
weakness characterized by a lack of vitality or energy
the quality of being loose (not taut)
the quality of being lax and neglectful
slackness (n.)
The quality or state of being slack.
FAQs About the word slackness
slapheid
weakness characterized by a lack of vitality or energy, the quality of being loose (not taut), the quality of being lax and neglectfulThe quality or state of be
nalatigheid,nalatigheid,nalatigheid,onachtzaamheid,roekeloosheid,laksheid,weglating,roekeloosheid,kwijtschelding,criminaliteit
alertheid,aandacht,oplettendheid,bewustzijn,zorgen,zorgvuldigheid,voorzichtigheid,voorzichtigheid,waakzaamheid,omzichtigheid
slackly => laks, slacking => luieren, slacker => luilak, slackening => verslapping, slackened => verslapt,