FAQs About the word show up (for)

Opdagen (voor)

bijwonen

wegblazen,knippen,missen,overgaan,overslaan,nalatigheid,afwezig zijn,spijbelen

show bills => Rekeningen voor voorstellingen, show (someone) the door => iemand de deur (wijzen), shoving (off) => Duwen (naar voren), shoves (off) => duwt (weg), shoves => duwt,