Dutch Meaning of selfhood
Zelfzijn
Other Dutch words related to Zelfzijn
Nearest Words of selfhood
- self-hypnosis => Zelfhypnose
- self-ignorance => zelfonwetendheid
- self-ignorant => zelfkritisch
- self-imparting => zelfgevend
- self-importance => Zelfbelang
- self-important => zelfingenomen
- self-imposed => zelfopgelegd
- self-imposture => zelfmisleiding
- self-improvement => zelfverbetering
- self-incrimination => Zelfincriminatie
Definitions and Meaning of selfhood in English
selfhood (n.)
Existence as a separate self, or independent person; conscious personality; individuality.
FAQs About the word selfhood
Zelfzijn
Existence as a separate self, or independent person; conscious personality; individuality.
identiteit,persoonlijkheid,Karakter,distinctief,individualisme,individualiteit,zelfidentiteit,uniekheid,aard,humor
overeenstemming,conventionaliteit
self-homicide => Zelfmoord, self-help => Zelfhulp, self-healing => zelfherstellend, self-heal => genezing, self-hatred => zelfhaat,
