FAQs About the word run-through

doorloop

jab,pikken,plukken,doorboren,roze,prik,steek,stok,bloed,harpoen

conserveren,besparen,bewaren,beschermen,bewaar,opslaan,schat,beknibbelen,beknibbelen

runt => stumper, kleintje, runround => rondje, run-resistant => slijtvast, runproof => niet doorlopen, run-on sentence => Doorlopende zin,