Dutch Meaning of rooter
Wortel
Other Dutch words related to Wortel
- verslaafde
- liefhebber
- versterker
- verzamelaar
- toegewijde
- liefhebber
- ventilator
- fanaticus
- habitué
- hond
- junkie
- minnaar
- Maniac
- Moer
- aanhanger
- Bewonderaar
- amateur
- autoriteit
- buff
- Bug
- kampioen
- kenner
- Dilettant
- leerling
- expert
- Chicer
- duivel
- Volger
- freak
- vriend
- groupie
- habitué
- hoofd
- waardeloos
- expert
- kenner
- promotor
- supporter
- Vereerder
- Weldoener
- liefhebber
- pleitbezorger
- apostel
- sponsor
- converteren
- cultist
- Evangelist
- exponent
- modefreak
- hanger
- partijdig
- partisan
- beschermheer
- Voorstander
- IJveraar
Nearest Words of rooter
Definitions and Meaning of rooter in English
rooter (n)
an enthusiastic devotee of sports
rooter (n.)
One who, or that which, roots; one that tears up by the roots.
One who roots, or applauds.
FAQs About the word rooter
Wortel
an enthusiastic devotee of sportsOne who, or that which, roots; one that tears up by the roots., One who roots, or applauds.
verslaafde,liefhebber,versterker,verzamelaar,toegewijde,liefhebber,ventilator,fanaticus,habitué,hond
zeurpiet,criticus,Criticus,denigrerend persoon,niet-bewonderaar,niet-fan
rooted => geworteld, rootcap => Wortelmuts(je), rootbound => wortelgebonden, rootage => wortelgestel, root word => Woordstam,