Dutch Meaning of groupie
groupie
Other Dutch words related to groupie
- verslaafde
- pleitbezorger
- liefhebber
- apostel
- buff
- Bug
- kampioen
- toegewijde
- leerling
- liefhebber
- Evangelist
- ventilator
- fanaticus
- duivel
- Volger
- freak
- vriend
- habitué
- hond
- junkie
- waardeloos
- minnaar
- Maniac
- Moer
- beschermheer
- promotor
- Voorstander
- supporter
- liefhebber
- aanhanger
- Bewonderaar
- amateur
- sponsor
- versterker
- verzamelaar
- kenner
- converteren
- cultist
- Dilettant
- expert
- exponent
- Chicer
- hanger
- hoofd
- expert
- kenner
- partijdig
- Vereerder
- IJveraar
- stamgast
- autoriteit
- modefreak
- partisan
- Wortel
- Weldoener
Nearest Words of groupie
- grouper => Epinephelus
- grouped => gegroepeerd
- group therapy => Groepstherapie
- group theory => groepsleer
- group pteridospermaphyta => Pteridospermophyta
- group pteridospermae => Groep pteridospermae
- group psychotherapy => Groepstherapie
- group practice => Groepspraktijk
- group participation => Groepsdeelname
- group o => groep o
Definitions and Meaning of groupie in English
groupie (n)
an enthusiastic young fan (especially a young woman who follows rock groups around)
FAQs About the word groupie
groupie
an enthusiastic young fan (especially a young woman who follows rock groups around)
verslaafde,pleitbezorger,liefhebber,apostel,buff,Bug,kampioen,toegewijde,leerling,liefhebber
criticus,Criticus,niet-fan,zeurpiet,denigrerend persoon,niet-bewonderaar
grouper => Epinephelus, grouped => gegroepeerd, group therapy => Groepstherapie, group theory => groepsleer, group pteridospermaphyta => Pteridospermophyta,