Dutch Meaning of rawboned
mager
Other Dutch words related to mager
- hoekig
- beenachtig
- slank
- mager
- slank
- dun
- grofgebeend
- beenig
- mager
- mager
- pezig
- skeletaal
- slank
- slank
- Versieren
- taai
- anorectisch
- Anorecticus
- lijkbleek
- schoonledig
- uitgemergeld
- vetarm
- slungelig
- slungelig
- vermoeid
- slank
- Lank
- lenig
- mager
- mager
- geknepen
- nietig
- langgerekt
- rieten
- mager
- reserve
- slungelig
- draderig
- Slank
- Twiggy
- wespachtig
- onkruidachtig
- rank
- verschrompeld
- gespierd
- gespierd
- omvangrijk
- Gespierd
- stevig
- dik en lomp
- Vleesachtig
- zwaar
- zwaarlijvig
- husky
- mollig
- stevig
- fors
- gedrongen
- dik
- Gedrongen
- zwaar
- boezemrijk
- mollig
- corpulent
- slap
- vol
- dikke buik
- Potbuikig
- pannenkoek
- zacht
- Hurkzitting
- vet
- vies
- hippie
- obesitas
- Overgewicht
- mollig
- gezet
- rond
- rond
- mollig
- weelderig
Nearest Words of rawboned
Definitions and Meaning of rawboned in English
rawboned (s)
having a lean and bony physique
rawboned (a.)
Having little flesh on the bones; gaunt.
FAQs About the word rawboned
mager
having a lean and bony physiqueHaving little flesh on the bones; gaunt.
hoekig,beenachtig,slank,mager,slank,dun,grofgebeend,beenig,mager,mager
gespierd,gespierd,omvangrijk,Gespierd,stevig,dik en lomp,Vleesachtig,zwaar,zwaarlijvig,husky
rawbone => rauw bot, rawalpindi => Rawalpindi, raw wound => Open wond, raw wool => Ruwe wol, raw wood => Onbewerkt hout,