Dutch Meaning of polygamy
Polygamie
Other Dutch words related to Polygamie
- huwelijk
- Polygamie
- bigamie
- Gemengd huwelijk
- wedstrijd
- huwelijk
- gemengd huwelijk
- monogamie
- Polyandrie
- relatie
- hertrouwen
- huwelijk
- bijlage
- verloving
- Geregistreerd partnerschap
- Samenwonen
- toewijding
- Gemeenrechtelijk huwelijk
- conjugatie
- Huwelijks
- geregistreerd partnerschap
- verloving
- verloving
- hand
- Gemengd huwelijk
- belofte
- voorstel
Nearest Words of polygamy
- polygastrian => Herkauwend
- polygastric => Polygastrisch
- polygastrica => polygastrisch
- polygene => Polygeen
- polygenesis => polygenese
- polygenetic => polygenetisch
- polygenic => polygeen
- polygenic disease => Polygenetische ziekte
- polygenic disorder => polygenetische aandoening
- polygenism => Polygenisme
Definitions and Meaning of polygamy in English
polygamy (n)
the condition or practice of having more than one spouse at a time
polygamy (n.)
The having of a plurality of wives or husbands at the same time; usually, the marriage of a man to more than one woman, or the practice of having several wives, at the same time; -- opposed to monogamy; as, the nations of the East practiced polygamy. See the Note under Bigamy, and cf. Polyandry.
The state or habit of having more than one mate.
The condition or state of a plant which bears both perfect and unisexual flowers.
FAQs About the word polygamy
Polygamie
the condition or practice of having more than one spouse at a timeThe having of a plurality of wives or husbands at the same time; usually, the marriage of a ma
huwelijk,Polygamie,bigamie,Gemengd huwelijk,wedstrijd,huwelijk,gemengd huwelijk,monogamie,Polyandrie,relatie
Echtscheiding,Scheiding,nietigverklaring
polygamous => polygaam, polygamize => polygamie, polygamist => polygamist, polygamian => polygaam, polygamia => Polygamie,
