Dutch Meaning of pleaser
vleier
Other Dutch words related to vleier
- amuseren
- plezier
- Vermaak
- feest
- blij
- bevredigen
- plezier
- verheugen
- bevredigen
- warm
- eens zijn (met)
- kalmeren
- inhoud
- Opgewekt
- verheugen
- sussen
- verzachten
- pak
- Sensatie
- kietelen
- verzachten
- Kalm
- boeien
- charme
- verwennen
- Comfort
- afleiden
- galvaniseren
- gas
- humor
- verwennen
- verzachten
- kalmeren
- verwennen
- verzadigd
- verzadigen
- verwennen
- behandeling
- voorzien in
- verergeren
- woede
- irriteren
- storen
- Bug
- kruis
- mishagen
- ergeren
- krijgen
- ergeren
- irriteren
- Storen
- blussen
- irriteren
- opwinden
- schuren
- nood
- storen
- woedend maken
- fret
- gal
- Rooster
- Lastigvallen
- Wierook
- ontsteken
- woedend maken
- Madden
- beledigen
- Verontwaardiging
- lastigvallen
- prikken
- uitlokken
- pijnigen
- irriteren
- roeren
- wekken
- Rimpel
- van streek
- belediging
- Harry
- belediging
- brandnetel
- ergernis
- Ontvlammen
- dampen
Nearest Words of pleaser
Definitions and Meaning of pleaser in English
pleaser (n)
a pleasing entertainer
pleaser (n.)
One who pleases or gratifies.
FAQs About the word pleaser
vleier
a pleasing entertainerOne who pleases or gratifies.
amuseren,plezier,Vermaak,feest,blij,bevredigen,plezier,verheugen,bevredigen,warm
verergeren,woede,irriteren,storen,Bug,kruis,mishagen,ergeren,krijgen,ergeren
pleaseman => alstublieft, pleased => blij, please => alstublieft, pleasant-tongued => Goedbespraakt, pleasant-tasting => smakelijk,