Dutch Meaning of playful
speels
Other Dutch words related to speels
- grappig
- antiek
- aangenaam
- Energiek
- Amusant
- dartel
- uitgelaten
- blij
- levendig
- vrolijk
- ondeugend
- uitgelaten
- sportief
- veulens
- verlegen
- elf
- plezierig
- fee
- plezier
- homo
- ondeugend
- gekscherend
- onbezorgd
- aangenaam
- aangenaam
- levendig
- Vrolijk
- pittig
- Levendig
- Grillig
- vrolijk
- sportief
- duivels
- afleidend
- lichtzinnig
- dartelen
- jolig
- grappig, jolig
- vrolijk
- kittig
- boosaardig
- kabouter
- Kabouter
- plezierig
- plagerig
- schurkachtig
- guitig
- plagerij
- onbeduidend
Nearest Words of playful
Definitions and Meaning of playful in English
playful (a)
full of fun and high spirits
playful (a.)
Sportive; gamboling; frolicsome; indulging a sportive fancy; humorous; merry; as, a playful child; a playful writer.
FAQs About the word playful
speels
full of fun and high spiritsSportive; gamboling; frolicsome; indulging a sportive fancy; humorous; merry; as, a playful child; a playful writer.
grappig,antiek,aangenaam,Energiek,Amusant,dartel,uitgelaten,blij,levendig,vrolijk
plichtsgetrouw,serieus,verantwoordelijk,serieus,serieus,nuchter,plechtig,somber,somber,achtersteven
playfere => Playfair, playfellow => speelkameraad, player piano => Pianola, player => speler, played out => gespeeld,