Dutch Meaning of outstretch
uitstrekken
Other Dutch words related to uitstrekken
Nearest Words of outstretch
Definitions and Meaning of outstretch in English
outstretch (v. t.)
To stretch out.
FAQs About the word outstretch
uitstrekken
To stretch out.
uitbreiden,verlengen,open,ventilator (buiten),flits (uit),uitgespreid,(verspreiden),strekken (zich),ontvouwen,ontvouwen
dichtbij,Contract,verminderen,compact,vouwen,comprimeren,condenseren
outstreet => buitenstraat, outstorm => outstorm, outstep => stap buiten, outstay => Langer blijven dan gewenst, outstation => buitenstation,
