Dutch Meaning of optometrist
Optometrist
Other Dutch words related to Optometrist
- anesthesist
- Dermatoloog
- dokter
- Gynaecoloog
- Internist
- neuroloog
- gynaecoloog
- Oogarts
- Orthopedisch chirurg
- patholoog
- kinderarts
- kinderarts
- fysioloog
- arts
- Podoloog
- Radioloog
- Uroloog
- aanwezig
- arts
- dokter
- huisarts
- huisarts
- Huisarts
- arts
- arts
- Gynaecoloog
- dokter
- specialist
- Chirurg
- Knorgroen
- Huisarts
- Ziekenhuisarts
- Internist
- verpleegkundige
- Verpleegkundig specialist
- Paramedicus
- paramedisch
- Plastisch chirurg
- inwoner
Nearest Words of optometrist
Definitions and Meaning of optometrist in English
optometrist (n)
a person skilled in testing for defects of vision in order to prescribe corrective glasses
optometrist (n.)
One who is skilled in or practices optometry.
FAQs About the word optometrist
Optometrist
a person skilled in testing for defects of vision in order to prescribe corrective glassesOne who is skilled in or practices optometry.
anesthesist,Dermatoloog,dokter,Gynaecoloog,Internist,neuroloog,gynaecoloog,Oogarts,Orthopedisch chirurg,patholoog
niet-arts,niet-dokter
optometer => Optometrist, optography => Optografie, optogram => Optogram, optocoelia => Oogbol uitstekende, optocoele => optocele,
