Dutch Meaning of nourisher
voeder
Other Dutch words related to voeder
- cultiveren
- aanmoedigen
- opvoeden
- verzorgen
- promoten
- vooruitgang
- Assistentie
- voorwaarts
- verder
- incuberen
- adverteren
- pleitbezorger
- hulp
- Terug
- boost
- kampioen
- Bevestigen
- begiftigen
- financiën
- Fonds
- onderschrijven
- verpleegkundige
- beschermen
- publiceren
- subsidiëren
- steun
- onderschrijven
- campagne (voor)
- werken voor
- ontmoedigen
- opleggen
- verbieden
- frustreren
- hinderen
- remmen
- voorkomen
- verbieden
- verbod
- bar
- gevecht
- controle
- gevecht
- teller
- vechten
- belemmeren
- verbieden
- verzetten
- vogelvrij
- verbieden
- onderdrukken
- verstikken
- onderwerpen
- onderdrukken
- wedijveren (met)
- arrestatie
- Belasten
- stoppen
- belemmeren
- Retard
- Pompoen
- dempen
- bemoeien (met)
- (uit)doven
Nearest Words of nourisher
Definitions and Meaning of nourisher in English
nourisher (n.)
One who, or that which, nourishes.
FAQs About the word nourisher
voeder
One who, or that which, nourishes.
cultiveren,aanmoedigen,opvoeden,verzorgen,promoten,vooruitgang,Assistentie,voorwaarts,verder,incuberen
ontmoedigen,opleggen,verbieden,frustreren,hinderen,remmen,voorkomen,verbieden,verbod,bar
nourished => gevoed, nourishable => voedzaam, nourish => voeden, nourice => min, nounize => nominaliseren,