Dutch Meaning of naturalizing
naturalisatie
Other Dutch words related to naturalisatie
- adoptie
- toe-eigening
- Assimileren
- lening
- Omarmen
- integreren
- usurpator
- domesticatie
- absorberend
- arrogant
- Toe-eigenend
- bevordering
- eren
- citerend
- overname
- met behulp van
- gebruiken
- Koesteren
- Telen
- overnemen
- cursus
- beïnvloedend
- aannemend
- opvoeding
- kopiëren
- volgende
- lettend
- Imiterend
- voedend
- doen alsof
- opvoeding
- fokken
- simulatie
- Koesteren.
- prijs
- aantrekken
Nearest Words of naturalizing
Definitions and Meaning of naturalizing in English
naturalizing (p. pr. & vb. n.)
of Naturalize
FAQs About the word naturalizing
naturalisatie
of Naturalize
adoptie,toe-eigening,Assimileren,lening,Omarmen,integreren,usurpator,domesticatie,absorberend,arrogant
Verlaten,verlating,opgeven,Afwijzing,afstand doen,overgave,afzweerd,afzien,weggooien,onterven
naturalized => genaturaliseerd, naturalize => naturaliseren, naturalization => naturalisatie, naturality => Natuurlijkheid, naturalistic => naturalistisch,
