Dutch Meaning of measuring (out)
Meten (uit)
Other Dutch words related to Meten (uit)
- (handel)
- uitdelen
- verdelen
- uitdelen
- uitdelend
- meting (naar buiten)
- verkaveling (uit)
- verdeling (uit)
- delen
- beheren
- toewijzing
- toestaan
- verdelen
- toe-eigening
- toewijzen
- Uitbetalende
- Dispenseren
- distribuerende
- delende
- Meubels
- uitgifte
- Loting
- afscheid
- rantsoenering
- delen
- splitsing
- leveren
- meten
- toewijzend
- uitdelen (uit)
- proportionering
- evenredig verdelen
- verstrekken
- herverdelen
- verlenen
- circulerende
- bijdragend
- verspreidende
- verspreiding
- doneren
- beloven
- verstrooiing
- instelling
- verspreidend
- Bijdragen
- portioneren
- Herallocatie
Nearest Words of measuring (out)
- measures => maatregelen
- measurements => metingen
- measured up (to) => opgewassen (tegen)
- measured (up) => gemeten (omhoog)
- measured (out) => gemeten (uit)
- measure up (to) => Voldoen aan (aan)
- measure (up) => meten (tot)
- measure (out) => afmeten (uit)
- mean-spiritedness => Kleinzieligheid
- meanings => betekenissen
Definitions and Meaning of measuring (out) in English
measuring (out)
to measure and remove (something) from a larger amount
FAQs About the word measuring (out)
Meten (uit)
to measure and remove (something) from a larger amount
(handel),uitdelen,verdelen,uitdelen,uitdelend,meting (naar buiten),verkaveling (uit),verdeling (uit),delen,beheren
afnemend,ontkennend,weigeren,Afwijzing,inhouding,beroving van,Niet toestaan,verkeerde toewijzing,tegenstribbelend,knijpen
measures => maatregelen, measurements => metingen, measured up (to) => opgewassen (tegen), measured (up) => gemeten (omhoog), measured (out) => gemeten (uit),