Dutch Meaning of live with
Woont samen met
Other Dutch words related to Woont samen met
- accepteren
- beer
- doorstaan
- handvat
- stand
- betekenen
- Maag
- Volhouden
- nemen
- tolereren
- Klonten (het)
- verblijven
- absorberen
- toeven
- Beek
- Gelaat
- gaan
- hack
- ontmoeten
- zak
- uitsteken
- lijden
- steun
- slikken
- dragen
- zweten
- Doorzetten
- toestaan
- vergunning
- respect
- instemmen (met of met)
- toestemmen (in)
- toestemming (voor)
- verzoenen (met)
- indienen (bij)
- toegeven aan
Nearest Words of live with
Definitions and Meaning of live with in English
live with (v)
tolerate or accommodate oneself to
FAQs About the word live with
Woont samen met
tolerate or accommodate oneself to
accepteren,beer,doorstaan,handvat,stand,betekenen,Maag,Volhouden,nemen,tolereren
vermijden,gevecht,wedstrijd,afname,afwijzen,ontsnapping,vechten,verzetten,weigeren,weigeren
live wire => Blokader, live up to => waarmaken, live together => wonen samen, live steam => Stoom, live over => zich verzoenen met,