Dutch Meaning of jeweled
Met juwelen bezet
Other Dutch words related to Met juwelen bezet
- helder
- Diamanten
- geborduurd
- bezet met edelstenen
- gevangen
- geaccessoiriseerd
- gekleed
- parelmoer
- beetgenomen
- versierd
- baasde
- gevlochten
- achtervolgd
- versierd
- gedrapeerd
- verfraaid
- geëtst
- bevederd
- gefigureerd
- filigraan
- gefileerd
- geplooid
- verfrisd
- geplooid
- Franje
- versierd
- verguld
- verguld
- opgehangen
- opgehangen
- met parels versierd
- geregen
- versierd
- geschilderd
- gelint
- omslingerd
- slim
- gepoetst (formeel)
- gerangschikt
- verfraaid
- versierd
- geblazoend
- getooid
- aangekleed
- opgedoft
- gekleed
- versierd
- verrijkt
- versierd
- Volant
- versierd
- begenadigd
- getrimd
- geappliceerde
- Versierd
- opgesmukt
- opgemaakt
- mooier gemaakt (boven)
- heringericht
- herdeed
- swagged
Nearest Words of jeweled
Definitions and Meaning of jeweled in English
jeweled (s)
covered with beads or jewels or sequins
jeweled (imp. & p. p.)
of Jewel
FAQs About the word jeweled
Met juwelen bezet
covered with beads or jewels or sequinsof Jewel
helder,Diamanten,geborduurd,bezet met edelstenen,gevangen,geaccessoiriseerd,gekleed,parelmoer,beetgenomen,versierd
ontbloot,gedemonteerd,weergegeven,afgestoten,blootgesteld,onthuld,Vereenvoudigd,gestroomlijnd,ontkleed,onbedekt
jewel orchid => juweelorchidee, jewel casket => sieradendoosje, jewel => Juweel, jew-bush => judenstruik, jewbush => Joodse ridderspoor,