Dutch Meaning of is
is
Other Dutch words related to is
Nearest Words of is
Definitions and Meaning of is in English
is (v. i.)
The third person singular of the substantive verb be, in the indicative mood, present tense; as, he is; he is a man. See Be.
FAQs About the word is
is
The third person singular of the substantive verb be, in the indicative mood, present tense; as, he is; he is a man. See Be.
bestaat,levens,ademt,is doorgaande,blijft bestaan,regels,besta,overleeft,verblijft,verdraagt
houdt op,vertrekt,Dood,verdwijnt,einden,Verdampt,Verloopt,overlijdt,vergaat,stopt
irvingite => irvingianisme, irvingia gabonensis => Afrikaanse mango, irvingia => Afrikaanse mango, irving langmuir => Irving Langmuir, irving howe => Irving Howe,
