Dutch Meaning of intimidate
intimideren
Other Dutch words related to intimideren
- intimideren
- pestkop
- Dwingen
- bang maken
- Schrik
- schrikken
- das
- bulldozer
- koe
- Lastigvallen
- Hector
- schok
- sterk
- Afschrikken
- pesten
- Bang maken
- alarm
- wekker
- blackjack
- knots
- bluf
- Bogart
- pesten
- dwingen
- beperken
- demoraliseren
- verwarren
- onrust
- nood
- storen
- Dragonder
- kracht
- afschrikken
- hond
- maken
- bedreiging
- verplicht
- Storen
- pers
- druk
- duwen en trekken
- spook
- zenuwachtig maken
- van streek
- Prullen
Nearest Words of intimidate
Definitions and Meaning of intimidate in English
intimidate (v)
make timid or fearful
to compel or deter by or as if by threats
intimidate (v. t.)
To make timid or fearful; to inspire of affect with fear; to deter, as by threats; to dishearten; to abash.
FAQs About the word intimidate
intimideren
make timid or fearful, to compel or deter by or as if by threatsTo make timid or fearful; to inspire of affect with fear; to deter, as by threats; to dishearten
intimideren,pestkop,Dwingen,bang maken,Schrik,schrikken,das,bulldozer,koe,Lastigvallen
gejuich,Comfort,Console,aanmoedigen,geruststellen,verzachten,overtuigen,bemoedigen,overtuigen,troost
intimation => aanduiding, intimating => intiemerend, intimated => aangekondigd, intimacy => intimiteit, intifadah => intifada,
