Dutch Meaning of interruptor
schakelaar
Other Dutch words related to schakelaar
Nearest Words of interruptor
- interruptions => onderbrekingen
- interrupters => onderbrekers
- interrogations => verhoren
- interrogated => verhoord
- interrelating => met elkaar verbonden
- interregna => interregnum
- interprets => interpreteert
- interpretations => interpretaties
- interposers => tussenlagen
- interpenetrating => interpenetrerend
Definitions and Meaning of interruptor in English
interruptor
a device for interrupting an electric current usually automatically, one that interrupts
FAQs About the word interruptor
schakelaar
a device for interrupting an electric current usually automatically, one that interrupts
havik,hoofdpijn,oproerkraaier,pest,Ergernis,vervelend,horzel,Achtervolger,overlast,vervolger
charmeur,smoothie,trooster,smoothie,trooster
interruptions => onderbrekingen, interrupters => onderbrekers, interrogations => verhoren, interrogated => verhoord, interrelating => met elkaar verbonden,