Dutch Meaning of inopportuneness
ongepastheid
Other Dutch words related to ongepastheid
Nearest Words of inopportuneness
- inopportunity => ongepastheid
- inoppressive => niet-onderdrukkend
- inopulent => niet welvarend
- inordinacy => buitensporigheid
- inordinate => buitensporig
- inordinately => buitensporig
- inordinateness => overmatigheid
- inordination => wanorde
- inorganic => anorganisch
- inorganic chemistry => Anorganische chemie
Definitions and Meaning of inopportuneness in English
inopportuneness (n)
the quality of occurring at an inconvenient time
FAQs About the word inopportuneness
ongepastheid
the quality of occurring at an inconvenient time
onpraktischheid,onhaalbaarheid,ontijdigheid,ontijdigheid,Onvoorzichtigheid,ongeradenheid,Ongepastheid,Ontijdigheid,onverstandigheid,onwijsheid
raadzaamheid,aanvaardbaarheid,wenselijkheid,doelmatigheid,doelmatigheid,winstgevendheid,voorzichtigheid,wijsheid,voordeligheid,nut
inopportunely => ongelegen, inopportune => ongepast, inopinate => onverwacht, inopinable => ondenkbaar, inoperculate => niet afgesloten,