Dutch Meaning of inevitability
onvermijdelijkheid
Other Dutch words related to onvermijdelijkheid
Nearest Words of inevitability
- inevitable => onvermijdelijk
- inevitable accident => Onvermijdelijk ongeluk
- inevitableness => onvermijdelijkheid
- inevitably => onvermijdelijk
- inexact => Ongeveer
- inexactitude => Ongeveergaandheid
- inexactly => onnauwkeurig
- inexactness => Ongeveerheid
- inexcitability => oneigenbaarheid
- inexcitable => opwindingloos
Definitions and Meaning of inevitability in English
inevitability (n)
the quality of being unavoidable
inevitability (n.)
Impossibility to be avoided or shunned; inevitableness.
FAQs About the word inevitability
onvermijdelijkheid
the quality of being unavoidableImpossibility to be avoided or shunned; inevitableness.
zekerheid,onvermijdelijkheid,waarschijnlijk,waarschijnlijkheid,onvermijdelijkheid,onvermijdelijkheid
onzekerheid,onwaarschijnlijkheid,voorkombaarheid,onwaarschijnlijkheid,twijfel,Dubieuze,onwaarschijnlijkheid
inevident => Niet evident, inevidence => zonder bewijs, inevasible => onvermijdelijk, inestimably => onschatbaar, inestimable => onschatbaar,