Dutch Meaning of improbity
Oneerlijkheid
Other Dutch words related to Oneerlijkheid
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of improbity
- improbatory => afkeurend
- improbative => onwaarschijnlijk
- improbation => afkeuring
- improbate => onwaarschijnlijk
- improbably => onwaarschijnlijk
- improbableness => onwaarschijnlijkheid
- improbable => onwaarschijnlijk
- improbability => onwaarschijnlijkheid
- improbabilities => onwaarschijnlijkheden
- imprisonment => gevangenisstraf
Definitions and Meaning of improbity in English
improbity (n.)
Lack of probity; want of integrity or rectitude; dishonesty.
FAQs About the word improbity
Oneerlijkheid
Lack of probity; want of integrity or rectitude; dishonesty.
No synonyms found.
No antonyms found.
improbatory => afkeurend, improbative => onwaarschijnlijk, improbation => afkeuring, improbate => onwaarschijnlijk, improbably => onwaarschijnlijk,