Dutch Meaning of improbable
onwaarschijnlijk
Other Dutch words related to onwaarschijnlijk
Nearest Words of improbable
Definitions and Meaning of improbable in English
improbable (a)
not likely to be true or to occur or to have occurred
improbable (s)
having a probability too low to inspire belief
too improbable to admit of belief
improbable (a.)
Not probable; unlikely to be true; not to be expected under the circumstances or in the usual course of events; as, an improbable story or event.
FAQs About the word improbable
onwaarschijnlijk
not likely to be true or to occur or to have occurred, having a probability too low to inspire belief, too improbable to admit of beliefNot probable; unlikely t
onwaarschijnlijk,bizar,twijfelachtig,dubieus,Vergezocht,onwaarschijnlijk,onmogelijk,oneven,twijfelachtig,absurd
denkbaar,waarschijnlijk,aannemelijk,mogelijk,waarschijnlijk,geloofwaardig,Betrouwbaar,aards,potentieel,denkbaar
improbability => onwaarschijnlijkheid, improbabilities => onwaarschijnlijkheden, imprisonment => gevangenisstraf, imprisoning => gevangen, imprisoner => Gevangene,
