Dutch Meaning of immobility
Onbeweeglijkheid
Other Dutch words related to Onbeweeglijkheid
Nearest Words of immobility
Definitions and Meaning of immobility in English
immobility (n)
remaining in place
the quality of not moving
immobility (n.)
The condition or quality of being immobile; fixedness in place or state.
FAQs About the word immobility
Onbeweeglijkheid
remaining in place, the quality of not movingThe condition or quality of being immobile; fixedness in place or state.
cessatie,stopzetting,vervaldatum,stoppen,traagheid,verloop,pauze,afsluiten,onderbreking,verlichting
beweging,bewegen,beweging,verschuiven,verschuivend,dislocatie,migratie,mobiliteit,Verhuizing,roeren
immobilise => immobiliseren, immobilisation => immobilisatie, immobile => onbeweeglijk, immixture => immissies, immixed => vermengd,
