FAQs About the word husbandly

huwelijk(elijk)

befitting or characteristic of a husband, related to or suited to a husbandFrugal; thrifty.

partner,echtgeno(o)t(e),metgezel,bruidegom,man,man,vriend,Meneer,oude man,wederhelft

slag,verdampen,overdadig,doorlopen,besteden,verspillen,Afval,schoon (buiten),consumeren,uitputten

husbandless => zonder echtgenoot, husbanding => beheren, husbanded => huisvaderlijk, husbandage => echtgenoodschap, husbandable => huwbaar,