Dutch Meaning of having a grip on
Grip hebben op
Other Dutch words related to Grip hebben op
- adressering
- (met) strijdende
- omgaan (met)
- worstelen (met)
- verwerking
- beheren
- manipuleren
- onderhandeling
- nemen
- behandeling
- uitvoerende
- de confrontatie aangaan
- Fielding
- hacken
- Manoeuvres
- spelen
- Reageren (op)
- schommelend
- brengen
- uitvoering
- bevelend
- Beheersend
- regie
- Engineering
- afstappen
- Begeleiding
- jockeyen om positie
- trekken
- reagerend (op)
- Regelgeving
- sturen
Nearest Words of having a grip on
- having a go at => proberen
- having a fit => een aanval krijgen
- haves => de rijken
- havens => havens
- have-nots => De have-nots
- have one's eye on => zijn oog laten vallen op
- have it in for => het op iemand hebben voorzien
- have done with => klaar zijn met
- have at => hebben bij
- have a soft spot for => Een zwak hebben voor
- having a soft spot for => een zwak hebben voor
- having at => heeft het op
- having done with => gedaan met
- having it in for => een hekel hebben aan
- having on => dragen
- having one's eye on => zijn oog laten vallen op
- having to do with => met betrekking tot
- havocked => verwoest
- havocking => verwoestend
- hawkers => straatventers
Definitions and Meaning of having a grip on in English
having a grip on
to seize firmly, a part or device for gripping or by which something is grasped, suitcase, a part by which something is grasped, a strong or tenacious grasp, to seize or hold firmly, mental grasp, to hold strongly the interest of, a part or device for gripping, strength in gripping, comprehension sense 3, understanding, a way of clasping the hand by which members of a secret society recognize or greet one another, a stage worker who handles scenery, properties, or lights, a firm hold giving control, a firm grasp, handle entry 1 sense 1, a technician on a motion-picture or television set who handles and maintains equipment (such as cameras and their dollies and cranes), manner or style of gripping, handle, a firm tenacious hold typically giving control, mastery, or understanding, to hold the interest of strongly
FAQs About the word having a grip on
Grip hebben op
to seize firmly, a part or device for gripping or by which something is grasped, suitcase, a part by which something is grasped, a strong or tenacious grasp, to
adressering,(met) strijdende,omgaan (met),worstelen (met),verwerking,beheren,manipuleren,onderhandeling,nemen,behandeling
onhandig,stuntelig,omhoog klooien,prutsen (op),verkeerd omgaan met,knoeien,schop,Verklooien,Muffin,verzuimen
having a go at => proberen, having a fit => een aanval krijgen, haves => de rijken, havens => havens, have-nots => De have-nots,