Dutch Meaning of hacking
hacken
Other Dutch words related to hacken
- adressering
- verwerking
- beheren
- manipuleren
- onderhandeling
- nemen
- behandeling
- (met) strijdende
- omgaan (met)
- Fielding
- worstelen (met)
- Manoeuvres
- spelen
- schommelend
- brengen
- uitvoering
- uitvoerende
- de confrontatie aangaan
- bevelend
- Beheersend
- regie
- Engineering
- finesse
- afstappen
- Begeleiding
- Grip hebben op
- jockeyen om positie
- Micromanagement
- trekken
- reagerend (op)
- Regelgeving
- Reageren (op)
- hardlopen
- sturen
Nearest Words of hacking
Definitions and Meaning of hacking in English
hacking (p. pr. & vb. n.)
of Hack
FAQs About the word hacking
hacken
of Hack
adressering,verwerking,beheren,manipuleren,onderhandeling,nemen,behandeling,(met) strijdende,omgaan (met),Fielding
knoeien,onhandig,stuntelig,omhoog klooien,prutsen (op),verkeerd omgaan met,Muffin,schop,Verklooien,verzuimen
hackery => hacking, hacker => Hacker, hackelia => Slangenkop, hackee => hacker, hacked => gehackt,