FAQs About the word hang (at)

hangen (aan)

frequent,achtervolgen,bezoek,beïnvloeden,(op)bellen (naar of bij),zijn toevlucht nemen tot,inloopperiode,logeren (bij),bijwonen,kamperen (buiten)

vermijden,ontsnapping,ontwijken,schudden,mijden,ontwijken,Eend,ontwijken,mijden

hang (around) => rondhangen, hang (around or out) => Rondhangen (in de buurt of buitenshuis), handyperson => Handige Harry, handypeople => klusjesmannen, handymen => klusjesman,