Dutch Meaning of got (on)
kreeg (op)
Other Dutch words related to kreeg (op)
- het hoofd bood
- deed
- Ze konden goed met elkaar opschieten
- doorkomen
- doen met wat je hebt
- gemaakt
- provisorisch
- beheerd
- overleefd
- zich kunnen veroorloven (sɪx kœnən vərɔrlɔvən)
- voortgezet
- Tarief was
- Rondkomen
- verschoven
- gekunsteld
- buit
- verdedigde zichzelf
- geschraapt (door of doorheen)
- geschraapt (out)
- bijeengezocht
- geknepen
- uitgewrongen
Nearest Words of got (on)
- got (to) => kreeg
- got a charge out of => kreeg een lading van
- got a kick out of => kreeg een kick van
- got a load of => een vracht
- got a move on => in beweging komen
- got across => kwam over
- got after => achternagaan
- got along => Ze konden goed met elkaar opschieten
- got around => rondkomen
- got at => kwam aan bij
Definitions and Meaning of got (on) in English
got (on)
get along sense 3, to grow old, to start dealing with, to criticize (someone) repeatedly, get along, to gain knowledge or understanding
FAQs About the word got (on)
kreeg (op)
get along sense 3, to grow old, to start dealing with, to criticize (someone) repeatedly, get along, to gain knowledge or understanding
het hoofd bood,deed,Ze konden goed met elkaar opschieten,doorkomen,doen met wat je hebt,gemaakt,provisorisch,beheerd,overleefd,zich kunnen veroorloven (sɪx kœnən vərɔrlɔvən)
ingestort,gefaald,viel tekort,afgewezen,gefizzleerd,waggelde,gaf op,uitgeput,ingezakt,afgenomen
got (away) => ging ervandoor, gossips => geruchten, gossipers => roddelaars, gosh => Gosh, gormandizes => schranst,