FAQs About the word got (on)

kreeg (op)

get along sense 3, to grow old, to start dealing with, to criticize (someone) repeatedly, get along, to gain knowledge or understanding

het hoofd bood,deed,Ze konden goed met elkaar opschieten,doorkomen,doen met wat je hebt,gemaakt,provisorisch,beheerd,overleefd,zich kunnen veroorloven (sɪx kœnən vərɔrlɔvən)

ingestort,gefaald,viel tekort,afgewezen,gefizzleerd,waggelde,gaf op,uitgeput,ingezakt,afgenomen

got (away) => ging ervandoor, gossips => geruchten, gossipers => roddelaars, gosh => Gosh, gormandizes => schranst,