Dutch Meaning of go for broke
Ga voor broke
Other Dutch words related to Ga voor broke
- kom
- doen
- maart
- verder gaan
- Vooruitgang
- vooruitgang
- kom op
- tarief
- smeden
- Terrein winnen
- met elkaar opschieten
- verdergaan
- meegaan
- weggaan
- tempo
- versnellen
- activeren
- benadering
- rijden
- aandrijven
- reis
- in de buurt van
- passeren
- voortstuwen
- duwen
- Reparatie
- rennen
- snelheid
- afhaalmaaltijd
- reis
- keren
- versneld afspelen
- controle
- hinderen
- belemmeren
- blijven
- stand
- blijven
- stoppen
- arrestatie
- balk
- blok
- ophouden
- vertraging
- ophouden
- stoppen
- tegenhouden
- remmen
- onderbreking
- belemmeren
- onderdrukken
- Retard
- stal
- stengel
- onderdrukken
- wachten
- Langzaam (vertraagd of versneld)
- kramp
- cadeaupakket
- ophouden
- nip
- pauze
- achteruitgaan
- stunt
Nearest Words of go for broke
Definitions and Meaning of go for broke in English
go for broke (v)
risk everything in one big effort
FAQs About the word go for broke
Ga voor broke
risk everything in one big effort
kom,doen,maart,verder gaan,Vooruitgang,vooruitgang,kom op,tarief,smeden,Terrein winnen
controle,hinderen,belemmeren,blijven,stand,blijven,stoppen,arrestatie,balk,blok
go for => gaan voor, go fish => vissen, go far => Ver weggaan, go dutch => gaan delen, go down on => gaan op,