Dutch Meaning of gave over
overgedragen
Other Dutch words related to overgedragen
- Gestopt
- afsluiten
- beëindigd
- gestopt
- stoppen
- gestopt
- uitschakelen
- gestopt
- afgebroken
- was mee klaar
- ontslaan
- vol (verpakt of in iets)
- Failliet
- ingeblikt
- voltooid
- besloot
- uitknippen
- vertraagd
- stopgezet
- gevallen
- afgewerkt
- Gevangen
- Zijn uit elkaar gegaan
- afzien (van)
- weerhouden
- Neergeschoten
- links
- de nek omdraaien
- afgeschaft
- afgebroken
- nietig verklaard
- gearresteerd
- geblokkeerd
- geblokkeerd
- genoemd
- gecontroleerd
- afgedamd
- gesloopt
- vernietigd
- vastgehouden
- opgelost
- gehouden
- belemmerd
- belemmerd
- doodde
- geblokkeerd
- gepauzeerd
- verwoest
- tot zinken gebracht
- geplet
- gedempt
- gesteeld
- klein van stuk
- onderdrukte
- geremd
- vastgeklemd
- gesloten (omlaag)
- gedeactiveerd
- ingetoomd
- gedoofd
- gestempeld
- bleef
- teruggedraaid
Nearest Words of gave over
Definitions and Meaning of gave over in English
gave over
entrust, cease, to yield without restraint or control, to cease an activity, to set apart for a particular purpose or use, to pronounce incurable
FAQs About the word gave over
overgedragen
entrust, cease, to yield without restraint or control, to cease an activity, to set apart for a particular purpose or use, to pronounce incurable
Gestopt,afsluiten,beëindigd,gestopt,stoppen,gestopt,uitschakelen,gestopt,afgebroken,was mee klaar
voortgezet,up-to-date gehouden,voortgezet,geavanceerd,gevolgd (met),voortging,gevorderd,rende op,aangedreven,reed
gave out => uitdelen, gave one's word => gaf zijn woord, gave one the gate => De deur gewezen, gave one the creeps => kippenvel bezorgen, gave off => afgegeven,