Dutch Meaning of garments
kledingstukken
Other Dutch words related to kledingstukken
- kleding
- kleding
- kleding
- kleding
- jurk
- kostuum
- gewaad
- tandwiel
- Leverancier
- kleding
- Tuigage
- threads
- kleding
- kleding
- gewaad
- dragen
- onkruid
- costumerie
- lompen
- gewaden
- wearables
- Sportkleding
- Array
- dapperheid
- dekkleed, paardendek
- Burgers
- burgerkleding
- afrossen
- haute couture
- Mislukkingen
- ensemble
- opsmuk
- frutsel
- Jurk
- vrolijkheid
- vrolijkheid
- opstaan
- voorkomen
- fourniturenzaak
- gewoonte
- loungekleding
- mufti
- nachtkledij
- Buitenkleding
- outfit
- Prêt-à-porter
- Regalia
- Installatie
- nachtkleding
- sportkleding
- Naaiatelier
- wansmakelijk
- Versieren
- prullen
- Kleedkamer
- Garderobe
- poespas
- garderobe
- Feestkleren
- kledingstuk(ken)
- herenmode
- de mooiste
- lompen
Nearest Words of garments
Definitions and Meaning of garments in English
garments
to clothe with or as if with a garment, an article of clothing
FAQs About the word garments
kledingstukken
to clothe with or as if with a garment, an article of clothing
kleding,kleding,kleding,kleding,jurk,kostuum,gewaad,tandwiel,Leverancier,kleding
uitkleden,strepen,ontregelt,ontdoet zich van,uitkleedt,onthult,riemen los,onthult,ontdoet van kleding
garmenting => kleding, garlands => guirlandes, garderobes => Kledingkasten, garderobe => garderobe, garden-variety => gangbaar,