Dutch Meaning of frivolity
frivoliteit
Other Dutch words related to frivoliteit
- vrolijkheid
- Oppervlakkigheid
- Lichtzinnigheid
- Glee
- lichtheid
- lichtheid
- dwaasheid
- gejuich
- kinderachtigheid
- Geestigheid
- festiviteit
- wispelturigheid
- schuimigheid
- vrolijkheid
- vrolijkheid
- dwaasheid
- vrolijkheid
- opgewektheid
- Duizeligheid
- Lichtvoetigheid
- vrolijkheid
- vrolijkheid
- Vreugde
- vreugde
- opgewektheid
- lichtzinnigheid
- kinderachtigheid
Nearest Words of frivolity
Definitions and Meaning of frivolity in English
frivolity (n)
the trait of being frivolous; not serious or sensible
something of little value or significance
acting like a clown or buffoon
frivolity (n.)
The condition or quality of being frivolous; also, acts or habits of trifling; unbecoming levity of disposition.
FAQs About the word frivolity
frivoliteit
the trait of being frivolous; not serious or sensible, something of little value or significance, acting like a clown or buffoonThe condition or quality of bein
vrolijkheid,Oppervlakkigheid,Lichtzinnigheid,Glee,lichtheid,lichtheid,dwaasheid,gejuich,kinderachtigheid,Geestigheid
ernst,zwaartekracht,ernst,Nuchterheid,plechtigheid,neerslachtigheid,depressie,neerslachtigheid,somberheid,somberheid
frivolities => frivoliteiten, frivolism => frivoliteit , frivol away => verkwisten, frivol => frivool, friulian => friulisch,