Dutch Meaning of fit (out)
Uitrusten
Other Dutch words related to Uitrusten
- uitrusten
- voorzien
- aanbod
- Delen (uit)
- uitdelen
- omgorden
- uitdelen
- uitrusting
- outfit
- (verdelen)
- voorbereiden
- heden
- voorziening
- Installatie
- luisteren naar
- uitrusten
- toewijzen
- toewijzen
- verdelen
- arm
- toewijzen
- verlenen
- bijdragen
- verstrekken
- distribueren
- doneren
- versterken
- geven
- uitdelen
- portie
- evenredig verdelen
- Heruitrusten
- aandelen
- winkel
Nearest Words of fit (out)
- fit to be tied => woedend
- fits => past
- fits the bill => voldoet aan de eisen
- fitted (in or into) => Passend (in of in)
- fitted (in) => ingebouwd (in)
- fitted (out) => uitgerust
- fitted the bill => Volddeed aan de verwachtingen.
- fitting (in or into) => passend (in of erin)
- fitting (out) => Fitting (out)
- fitting the bill => aan het wetsvoorschrift voldoen
Definitions and Meaning of fit (out) in English
fit (out)
to supply with necessaries or means, outfit
FAQs About the word fit (out)
Uitrusten
to supply with necessaries or means, outfit
uitrusten,voorzien,aanbod,Delen (uit),uitdelen,omgorden,uitdelen,uitrusting,outfit,(verdelen)
beroven,Strip,onterven,desinvesteren
fit (in) => Passend, fit (in or into) => passen (in of in), fistfuls => handenvol, fissures => scheuren, fishwives => visvrouwen,