Dutch Meaning of factorship
factorie
Other Dutch words related to factorie
- agent
- Advocaat
- afgevaardigde
- afgevaardigde
- manager
- minister
- proxy
- vertegenwoordiger
- Ambassadeur
- cessionaris
- kantine
- diplomaat
- gezant
- minister van Buitenlandse Zaken
- operatief
- officier van justitie
- vertegenwoordiger
- vervanging
- woordvoerder
- ondertitels
- vervanger
- draagmoeder
- alternatief
- arbiter
- Arbiter
- back-up
- makelaar
- bemiddelaar
- diplomaat
- Distributeur
- gezant
- Informer
- tussenpersoon
- Legaat
- Verbindingsofficier
- bemiddelaar
- tussenpersoon
- mondstuk
- vredestichter
- Pinch-hitter
- gevolmachtigde
- Vooruitgeschoven post
- Profeet
- reliëf<br>
- spreker
- woordvoerder
- spion
- Stand-in
- reserve
- Contactpersoon
Nearest Words of factorship
Definitions and Meaning of factorship in English
factorship (n.)
The business of a factor.
FAQs About the word factorship
factorie
The business of a factor.
agent,Advocaat,afgevaardigde,afgevaardigde,manager,minister,proxy,vertegenwoordiger,Ambassadeur,cessionaris
samengesteld,massa,som,totaal,geheel,totaal,combinatie,samengesteld,geheel,mix
factorizing => factorisatie, factorized => gefactoriseerd, factorize => Ontbinden, factorization => Factorisatie, factorise => factoriseren,
