Dutch Meaning of facilely
makkelijk
Other Dutch words related to makkelijk
- makkelijk
- makkelijk
- efficiënt
- moeiteloos
- vrij
- graag
- vlot
- behendig
- handig
- vloeiend
- gemakkelijk
- instinctief
- licht
- pijnloos
- vakkundig
- okay
- zonder hapering
- capabel
- competent
- handig
- deskundig
- zonder twijfel
- intuïtief
- meesterlijk
- natuurlijk
- bekwaam
- spontaan
- bekwaam
- in een handomdraai
- geen probleem
- zonder omhaal van woorden
Nearest Words of facilely
- facets => facetten
- faces => gezichten
- face-offs => Oog in oog
- facelessness => gezichtsloosheid
- facedown => met het gezicht naar beneden
- faced up (to) => het opnemen (tegen)
- faced off => Tegenover elkaar staan
- face values => nominale waarden
- face up (to) => het gezicht onder ogen zien (aan)
- facades => gevels
Definitions and Meaning of facilely in English
facilely
mild or pleasing in manner or disposition, poised, assured, easily experienced or displayed and often insincere, readily manifested and often lacking sincerity or depth, shallow, simplistic, ready, fluent, working, moving, or performing with skill and ease, used or comprehended with ease, overly simple, easily done, handled, or achieved, easily accomplished or attained
FAQs About the word facilely
makkelijk
mild or pleasing in manner or disposition, poised, assured, easily experienced or displayed and often insincere, readily manifested and often lacking sincerity
makkelijk,makkelijk,efficiënt,moeiteloos,vrij,graag,vlot,behendig,handig,vloeiend
moeizaam,onhandig,onhandig,nauwelijks,onhandig,moeizaam,heftig,grondig,onhandig,ijverig
facets => facetten, faces => gezichten, face-offs => Oog in oog, facelessness => gezichtsloosheid, facedown => met het gezicht naar beneden,