Dutch Meaning of explicator
Uitlegger
Other Dutch words related to Uitlegger
- verduidelijken
- demonstreren
- Uitleggen
- illustreren
- analyseren
- wissen
- construeren
- demystificeren
- toelichten
- uiteenzetten
- verlichten
- interpreteren
- vereenvoudigen
- annoteren
- ontcijferen
- decoderen
- definieer
- ontwarren
- overbrengen
- oplossen
- oplossen
- specificeer
- spellen
- ongedaan maken
- ontrafelen
- raadsel
- ontwarren
Nearest Words of explicator
Definitions and Meaning of explicator in English
explicator (n.)
One who unfolds or explains; an expounder; an explainer.
FAQs About the word explicator
Uitlegger
One who unfolds or explains; an expounder; an explainer.
verduidelijken,demonstreren,Uitleggen,illustreren,analyseren,wissen,construeren,demystificeren,toelichten,uiteenzetten
onduidelijk,Verwarren,verwarren,benevelen,verduisteren
explicative => verklarend, explication de texte => Tekstverklaring, explication => uitleg, explicating => Uiteenzettend, explicated => verklaard,