Dutch Meaning of eliminator
eliminator
Other Dutch words related to eliminator
- verbod
- uitsluiten
- voorkomen
- verbieden
- verbannen
- bar
- tellen (uit)
- weren
- behalve
- uitzetten
- bevriezen
- uitsluiten
- uitsluiten
- Suspenderen
- Zwarte bal
- zwarte lijst
- blok
- ophouden
- de deuren sluiten voor
- sluiten
- afschrikken
- stopzetten
- excommuniceren
- Ballingschap
- stoppen
- hinderen
- belemmeren
- belemmeren
- vermijden
- ostracisme
- afzetten
- uitsluiten
- afwenden
- afweren **(off)
Nearest Words of eliminator
Definitions and Meaning of eliminator in English
eliminator (n)
an agent that eliminates something
FAQs About the word eliminator
eliminator
an agent that eliminates something
verbod,uitsluiten,voorkomen,verbieden,verbannen,bar,tellen (uit),weren,behalve,uitzetten
erkennen,opnemen,ontvangen,accepteren,omhelzen,Vermaak,nemen,Welkom
eliminative => eliminerend, elimination tournament => Knock-outtoernooi, elimination reaction => Eliminatiereactie, elimination => eliminatie, eliminating => elimineren,