Dutch Meaning of efficacy
werkzaamheid
Other Dutch words related to werkzaamheid
Nearest Words of efficacy
Definitions and Meaning of efficacy in English
efficacy (n)
capacity or power to produce a desired effect
efficacy (n.)
Power to produce effects; operation or energy of an agent or force; production of the effect intended; as, the efficacy of medicine in counteracting disease; the efficacy of prayer.
FAQs About the word efficacy
werkzaamheid
capacity or power to produce a desired effectPower to produce effects; operation or energy of an agent or force; production of the effect intended; as, the effi
effectiviteit,effectiviteit,efficiëntie,vermogen,effectiviteit,doeltreffendheid,productiviteit,vermogen,capaciteit,rand
ineffectiviteit,inefficiëntie,onvermogen,ontoereikendheid,incompetentie,incompetentie,ineffectiviteit,ineffectiviteit,ontoereikendheid
efficacity => doeltreffendheid, efficaciousness => effectiviteit, efficaciously => doeltreffend, efficacious => doeltreffend, effete => afgemat,
