Dutch Meaning of consorted
verenigd
Other Dutch words related to verenigd
- geassocieerd
- raakte bevriend
- gebonden
- verbonden
- verbonden
- gemengd
- gemengd
- rennen
- rennen
- reisde
- reisde
- samenwerkte
- Gelieerd
- geallieerden
- Chum
- verbroederd
- gegroepeerd
- verbonden
- gekoppeld
- gerelateerd
- gesocialiseerd
- gesorteerd
- gebonden
- Samenwerkte
- viel in gezelschap met
- Aanhanger (rondhangen of buiten)
- Gezellig samen zijn
- aangesloten
- rondhangen (of eropuit gaan)
- Schuurde schouders (met)
- Ging ermee
- was vrienden met
- Bijgevoegd
- Gestreept
- club
- samengevoegde
- gekoppeld
- Vrienden
- gecombineerd
- onderling verbonden
- geknoopt
- gemobiliseerd
- eenzijdig
- samenwerkend
- getrouwd
- getrouwd
- samenspande
- geconfedereerd
- geassocieerd
- Ze konden goed met elkaar opschieten
- ging door
- omgang hebben
- Gefopt
- in de omgeving (rond)
- Ellebogen wrijven (met)
Nearest Words of consorted
Definitions and Meaning of consorted in English
consorted
a wife or husband, conjunction, association, unite, associate, to keep company, to make harmony, group, assembly, to go together as companions, spouse compare prince consort, queen consort, escort, a group of singers or instrumentalists performing together, accord, harmonize, a ship accompanying another, associate, a set of musical instruments of the same family
FAQs About the word consorted
verenigd
a wife or husband, conjunction, association, unite, associate, to keep company, to make harmony, group, assembly, to go together as companions, spouse compare
geassocieerd,raakte bevriend,gebonden,verbonden,verbonden,gemengd,gemengd,rennen,rennen,reisde
Vermeden,gemeden,vervreemd,opgeheven,verspreid,vervreemd,splitsen,met de koude schouder behandelen,afgewezen,uit elkaar gaan
consonancy => consonantie, consolidations => consolidaties, consolidating => consolidatie, consolidates => consolideert, consoles => Consoles,